donderdag 30 juni 2016

Het natuurpark van Cazorla y Segura

Vandaag krijgen we veel natuurschoon voor de wielen geschoven. We rijden door het natuurpark Cazorla Y Segura wat het grootste is van Spanje en het tweede in Europa. Het is zeventig kilometer lang. Zeven kilometer na de start draaien we een smalle weg in en zullen die bijna heel de dag volgen. Onze reisgids vermeld groeiend toerisme en daardoor meer verkeer. Daar merken we nauwelijks iets van. Het decor is een magistraal berglandschap. We zijn eerlijk gezegd en geschreven verrast dat  het hier zo zuidelijk in Spanje zo groen is. Na een tijdje ontwaren we het stuwmeer van Tranco. Het kronkelt en plooit zich tussen de bergen en bezorgt ons met zijn blauwe water het ene mooie uitzicht na het andere. Het wegje kronkelt als een lieve lust mee met het meer, een beetje op en een beetje af, en vormt zo een schitterend fietsparcour.  Een eekhoorn, arend, vos en hert maken het plaatje helemaal af. 

We stoppen aan het bezoekerscentrum van het park met bijhorende botanische tuin. We leren er dat de bergen van kalksteen zijn, met bijhorende karsten en grotten. Het is hier zo groen omdat het park meer dan driemaal zoveel regen krijgt dan de omliggende gebieden. Ze noemen het een waterzak. De meeste bomen zijn Corsicaanse den. Er zit edelhert, damhert, moeflon, vos, everzwijn, arend, valk, gier,...

Na de lunch moeten we uit het park zien te raken. Dat betekent  dat we negen kilometer stevig bergop moeten een bergpas over. Het zweten wordt ruimschoots gecompenseerd door een schitterend decor. 

Boven aan de pas laat Andalusië zijn andere kant zien: Olijfgaarden, zo ver het oog rijkt. Iedere heuvel is in een strak patroon beplant met olijfbomen. 

Wij mogen nu rustig naar beneden bollen tot in het levendige stadje Cazorla. We vinden een ijsjes bar en blijven daar een uur plakken.
In het oude centrum wacht ons nog een laatste verrassing. Een nederlander spreekt ons aan en zegt dat we de vervallen kerk moeten bezoeken. Even navragen in het toeristisch kantoor en inderdaad. Voor 2€ krijgen we een privé-gids. Hier staan een unieke kerk. Toen Spanje was heroverd op de Moren beval koning Carlos I om overal Christelijke kerken te bouwen. Probleem van Cazorla, ze hadden geen plaats. Daarom graven ze een stuk berg weg. Zo maken ze een plein en stenen voor de bouw. Volgend probleem. Er loopt een riviertje door. Geen nood. Ze bouwen een tunnel met daarboven het plein en de kerk. Volgend probleem. In 1694 is er een zware storm. Stenen vallen van de berg, vernielen de kerk en blokkeren de toegang tot de tunnel. Kerk en plein komen onder water te staan en de kerk stort in. De gidse legt alles goed uit en neemt ons mee door de tunnel. Een unieke belevenis om een schitterende dag mee af te sluiten.

woensdag 29 juni 2016

De Sierra de Alcaraz.

Om zeven uur ontbijten was in ons truckerhotel geen enkel probleem. Maar het was wel povertjes. Genoeg om ons weg op de via verde verder te zetten tot aan Alcaraz 15km verder. Daar loopt de via verde ten einde. Er zijn plannen om die door te trekken tot Reolid maar het geld ontbreekt. Alcaraz lijkt weer een van die oude stadjes tot je op het hoofdplein aankomt. Je wordt zo terug de geschiedenis in gebracht. Op een hoek staat een puur Gotische kerk met een parkje ervoor. Aan drie andere zijden van de rechthoek staat een beursgebouw in Renaissance stijl. Het is uitzonderlijk om drie dergelijke gebouwen op een plein te vinden. Met een koffiekoek en een brood kunnen we verder.

We hebben vandaag keuze uit twee varianten om verder te rijden. We nemen de korste variant vooral omdat die een bergpas minder telt. Eerst moeten we nog 10km op een baan maar daarna mogen we een kleinere weg in en beginnen aan 18km klimmen.  We rijden nu recht de Sierra de Alcaraz in. Het berglandschap is heel mooi en de klim valt best mee.  Op de lagere delen staan veel olijfbomen maar hogerop is dat enkel nog naaldwoud. Helemaal boven de boomgrens steken scherpe rotswanden uit. Het asfalt is weerom splinternieuw. Geen steentje op de weg. Zalig voor die 10km aan 10% afdalen naar Riopar. Dat is een stadje waar we de lunch nuttigen. Typisch aan de dorpen in deze buurt is dat ze allemaal een laan met grote platanen hebhen. Die zorgen voor een perfect afdak tegen de zon. 

Iets verder zien we een splinternieuw gebouw van de plaatselijke natuurvereniging. We denken dat het een bezoekerscentrum is en stoppen. Het blijkt enkel een kantoortje en auditorium te zijn van het plaatselijke Natuurpunt. De man die er is spreekt wat Engels en toont ons het gebouw, een maquette van de Sierra en wat opgezette vogels waaronder de Wielewaal. We denken die een paar dagen eerder gezien te hebben. De man overtuigt ons om drie kilometer omweg te maken.
Dat extra brengt ons in een schitterende bergdecor. Eerder deze week zagen we de bron van de taag. Het was niet meer dan een gat in de grond. Hier, uit een honderden meters hoge rotswand ontspringt de Rio Mundo en stort zich onmiddellijk 100 meter naar beneden. Het was de omweg waard. 

Daarna rijden we verder door dit prachtige landschap, een beetje op en een beetje af. Langs vele olijfbomen. Naast ons ontwikkelt zich een onweder maar er zal niets uitvallen. Zelfs geen storm in een glas water.
We eindigen in Orcera, een stadje dat doods lijkt bij onze aankomst. Het is nog siësta. We hebben 106 kilometer gereden.
En ja, nog vermeldenswaard, we zijn in Andalusië aangekomen.

dinsdag 28 juni 2016

Don Quijote achterna

Zes uur kwart, we zitten op de fiets. We hebben namelijk een lange tocht voor de boeg en we willen de wind voor zijn. Els spot twee steenbokken vlak bij de burcht. We doorkruisen het vlakke La Mancha op zoek naar Don Quijote en zijn windmolens. In het hotel konden we het ontbijt op dat uur nog niet nuttigen. Ze geven ons een stuk brood rijkelijk belegd met kaas, verschillende ontbijtkoeken, banaan en appelsien en wat tomaat mee. De ontbijtkoeken en fruit dienen als eerste ontbijt. De rest is voor de middag. Na een uurtje rijden kruisen we een drukke weg waar een wegrestaurant is. Daar ontbijten we voor een tweede maal, dit keer met een lekkere koffie.
Wat zien we vandaag? Kaarsrechte wegen. Een kronkelend kanaal. Graanvelden. Olijfbomen. Een eindeloze druivengaard. Massa's wegvluchtende konijnen. Veel hop, niet dat wat bier bitter maakt maar de sierlijke vogel met kuif. Een tiental buizerds als we langs het kanaal rijden. Een hert als we net op de Via Verde zijn. En eindeloos veel windmolens, niet die waar Don Quijote op joeg maar moderne die electriciteit maken. Aan wind is hier naar ons menig geen gebrek.

Een groot stuk van de voormiddag rijden we langs een kanaal dat drinkwater uit het stuwmeer van Alarcon vervoert naar het zuiden. Er ligt een vlot rijdende weg langs. In principe mag het niet maar we volgend dit voor meer dan veertig kilometer. Als we het kanaal noodgedwongen moeten verlaten volgen er tien kilometer langs een brede verkeersader, licht bergop maar met veel wind tegen. Het is zwoegen. Wat zijn we blij als we rechtsaf mogen. Het laatste stuk van de dag rijden we op de Via Verde de la Sierra de Alcaraz, ofte Ruta de Don Quijote. De aanduiding Sierra laat het al raden. We verlaten de vlakte en naderen de bergen. Op de via verde gaat het steeds lichtjes bergop. Er is geen verharding maar het rijd toch vlot. We rijden door ontelbare tunnels.

Het was vandaag een noodzakelijke kilometervretersdag. We hebben er 136km op de teller staan en zijn dan ook moe. Om het "road movie"-gevoel van de dag te versterken slapen we vandaag in een truckershotel langs een grote weg. Ontvangst was echter hartelijk en het moet gezegd, alle hotels in Spanje blijken heel netjes te zijn.

Don Quijote achterna

Zes uur kwart, we zitten op de fiets. We hebben namelijk een lange tocht voor de boeg en we willen de wind voor zijn. Els spot twee steenbokken vlak bij de burcht. We doorkruisen het vlakke La Mancha op zoek naar Don Quijote en zijn windmolens. In het hotel konden we het ontbijt op dat uur nog niet nuttigen. Ze geven ons een stuk brood rijkelijk belegd met kaas, verschillende ontbijtkoeken, banaan en appelsien en wat tomaat mee. De ontbijtkoeken en fruit dienen als eerste ontbijt. De rest is voor de middag. Na een uurtje rijden kruisen we een drukke weg waar een wegrestaurant is. Daar ontbijten we voor een tweede maal, dit keer met een lekkere koffie.
Wat zien we vandaag? Kaarsrechte wegen. Een kronkelend kanaal. Graanvelden. Olijfbomen. Een eindeloze druivengaard. Massa's wegvluchtende konijnen. Veel hop, niet dat wat bier bitter maakt maar de sierlijke vogel met kuif. Een tiental buizerds als we langs het kanaal rijden. Een hert als we net op de Via Verde zijn. En eindeloos veel windmolens, niet die waar Don Quijote op joeg maar moderne die electriciteit maken. Aan wind is hier naar ons menig geen gebrek.

Een groot stuk van de voormiddag rijden we langs een kanaal dat drinkwater uit het stuwmeer van Alarcon vervoert naar het zuiden. Er ligt een vlot rijdende weg langs. In principe mag het niet maar we volgend dit voor meer dan veertig kilometer. Als we het kanaal noodgedwongen moeten verlaten volgen er tien kilometer langs een brede verkeersader, licht bergop maar met veel wind tegen. Het is zwoegen. Wat zijn we blij als we rechtsaf mogen. Het laatste stuk van de dag rijden we op de Via Verde de la Sierra de Alcaraz, ofte Ruta de Don Quijote. De aanduiding Sierra laat het al raden. We verlaten de vlakte en naderen de bergen. Op de via verde gaat het steeds lichtjes bergop. Er is geen verharding maar het rijd toch vlot. We rijden door ontelbare tunnels.

Het was vandaag een noodzakelijke kilometervretersdag. We hebben er 136km op de teller staan en zijn dan ook moe. Om het "road movie"-gevoel van de dag te versterken slapen we vandaag in een truckershotel langs een grote weg. Ontvangst was echter hartelijk en het moet gezegd, alle hotels in Spanje blijken heel netjes te zijn.

Don Quijote achterna

Zes uur kwart, we zitten op de fiets. We hebben namelijk een lange tocht voor de boeg en we willen de wind voor zijn. Els spot twee steenbokken vlak bij de burcht. We doorkruisen het vlakke La Mancha op zoek naar Don Quijote en zijn windmolens. In het hotel konden we het ontbijt op dat uur nog niet nuttigen. Ze geven ons een stuk brood rijkelijk belegd met kaas, verschillende ontbijtkoeken, banaan en appelsien en wat tomaat mee. De ontbijtkoeken en fruit dienen als eerste ontbijt. De rest is voor de middag. Na een uurtje rijden kruisen we een drukke weg waar een wegrestaurant is. Daar ontbijten we voor een tweede maal, dit keer met een lekkere koffie.
Wat zien we vandaag? Kaarsrechte wegen. Een kronkelend kanaal. Graanvelden. Olijfbomen. Een eindeloze druivengaard. Massa's wegvluchtende konijnen. Veel hop, niet dat wat bier bitter maakt maar de sierlijke vogel met kuif. Een tiental buizerds als we langs het kanaal rijden. Een hert als we net op de Via Verde zijn. En eindeloos veel windmolens, niet die waar Don Quijote op joeg maar moderne die electriciteit maken. Aan wind is hier naar ons menig geen gebrek.

Een groot stuk van de voormiddag rijden we langs een kanaal dat drinkwater uit het stuwmeer van Alarcon vervoert naar het zuiden. Er ligt een vlot rijdende weg langs. In principe mag het niet maar we volgend dit voor meer dan veertig kilometer. Als we het kanaal noodgedwongen moeten verlaten volgen er tien kilometer langs een brede verkeersader, licht bergop maar met veel wind tegen. Het is zwoegen. Wat zijn we blij als we rechtsaf mogen. Het laatste stuk van de dag rijden we op de Via Verde de la Sierra de Alcaraz, ofte Ruta de Don Quijote. De aanduiding Sierra laat het al raden. We verlaten de vlakte en naderen de bergen. Op de via verde gaat het steeds lichtjes bergop. Er is geen verharding maar het rijd toch vlot. We rijden door ontelbare tunnels.

Het was vandaag een noodzakelijke kilometervretersdag. We hebben er 136km op de teller staan en zijn dan ook moe. Om het "road movie"-gevoel van de dag te versterken slapen we vandaag in een truckershotel langs een grote weg. Ontvangst was echter hartelijk en het moet gezegd, alle hotels in Spanje blijken heel netjes te zijn.

maandag 27 juni 2016

Slapen zoals Markies Juan Pacheco

De aarde is rood tot orange. Op sommige velden staan jonge, frisgroene plantjes. Vele akkers zijn goudkleurige door het rijpe graan. Hier en daar groene bomen en struiken en om het af te werken knalgele brem. Van Gogh zou zich hier hebben vermaakt. Het is het decor van Castilla - La Mancha. De bergen hebben we achter ons gelaten en we rijden nu door eindeloos landbouwgebied.

Net als we denken dat er geen beschaving meer is staat er een bordje voor een Romeinse site. Wij daarheen voor een een half uurtje bezoek. Daarna rijden we even door een mooie kloof. Wat ons opvalt is dat de huizen in de dorpen allemaal wit zijn en dat het asfalt voor het eerst deze reis niet nieuw is. Vandaag is het veel minder klimmen maar de wind heeft vrij spel hier in het relatief vlakke La Mancha.
Reeds na 85km komen we op onze bestemming aan. Dat is het kleine dorp Alarcon. Dit ligt op een heuvelrug waar de rivier Jucar, ja die van gisteren, een hoefijzervormige bocht maakt. Wat het dorp uniek maakt is de burcht en de ommuring met torens. De burcht werd reeds in de achtste eeuw gebouwd als een Arabisch fort en later verbouwd tot Middeleeuwse burcht. Nu is het een kleine Parador. We mogen er op onze twee oren slapen. Voor we dat doen hebben we nog ruim de tijd om een wandeling van 8 kilometer te maken zodat we het dorp en de burcht langs alle kanten hebben gezien. 

Trouwens, de Belgen deden het goed gisteren. Mijn fiets supportert mee.

zondag 26 juni 2016

Rust in Cuenca

Een tafel in de gaanderij van het klooster. Frisse lucht komt via de centrale patio binnengestroomd. Een ontbijtbuffet zoals we er nog niet veel zagen. Zachte klanken van Mozart vullen de ruimte. Meer moet het niet zijn om de rustdag te starten.
Het oude Cuenca ligt op een heuvel tussen twee rivieren. Er zijn mooie wandelpaden. We combineren er twee om een kleine tien kilometer te wandelen. Zo krijgen we mooie uitzichten op de stad en op de cayon van de Jucar. Wandelaars, joggers en fietsers genieten ook van een rustige voormiddag. In de verte horen we middeleeuwse muziek van een fluit en een trommel. Als we de rivier zijn overgestoken passeren we het hermitage van San Julian. Het is een mooie kapel. Banken staan buiten te wachten op aanbidders. De fluitmuziek komt dichter en plots weten we wat het is. Het beeld van de heilige wordt gedragen door oude mannen, vergezeld door de trommelaar en fluitspeler en een gevolg in processie. Het is blijkbaar de feestdag van San Julian, de heer die de draak dode.
Als we terug zijn van de wandeling bezoeken we het kleine museum van abstracte kunst in de hangende huizen. Alle tentoongestelde werken zijn van Spaanse kunstenaars. De hangende huizen staan op de rand van een rots en hebben balkons die over de afgrond hangen. Het zijn er maar vier maar ze vormen een attractie van de stad. 

Van Cuenca is voor het eerst melding in geschriften van de Moren in 711. Later werd de stad heroverd door de Christenen. Op de plaats van de moskee werd een kathedraal gebouwd. Binnenin is het een mengelmoes van stijlen, van romaans over gotisch, renaissence, barok, rococco tot neo-gotiek. De glasramen zijn nieuwe werken uit de 21ste eeuw. Je kijkt je ogen uit maar rust en eenvoud straalt deze kerk niet uit. Hier is gewedijverd om de mooiste kapel te hebben. 
Rust vinden we terug aan het zwembad van het hotel. Krachten op doen voor de volgende rit van morgen.

zaterdag 25 juni 2016

Onder de gieren door.

De zon komt net boven de bergen uit en werpt een zacht licht over de ontwakende natuur. Een witte hoeve licht midden het groen. Lange schaduwen accenturen het reliëf. Al na twee minuten fietsen nam ik misschien wel de mooiste foto van deze reis. Om de dag te starten wachten ons twee snedige klimmetjes. Daarna mogen we wat langer op hoogte blijven.
Gisteren zagen we in Albarracin een informatiebord over de Iberische GR10. Dit is een langeafstandswandelpad dat start in Lisabon en het Iberisch schiereiland helemaal oversteekt tot de Middellandse Zee. De Taag doet de oversteek in omgekeerde zin. De bron is niet meer dan een gat in het gras, kleiner dan een konijnenhol. Een impossant monument erbij geeft weer hoe groots ze zowat 1500 kilometer verder in de Atlantische Oceaan stroomt.
De natuur lijkt hier zowat op de Vogezen, tot we na een zoveelste klim bergaf mogen. 10%. Yeah. Voluit kunnen we niet gaan omwille van te scherpe bochten, dennenappels en eekhoorntjes op de weg. Maar mooi...

Eenmaal beneden volgen we meer dan dertig kilometer het dal van de Jacur, stroomafwaarts zowaar. Eerst is het een glooiend berglandschap. Algauw wordt het dal nauwer en verschijnt aan onze rechter kant een hoge oranje kleurige rotswand en links een stuwmeer. De kleur contrasteert mooi met het blauwe water. De rotswand is een uitgelezen plek om gieren te spotten. Ze cirkelen met tientallen over ons heen. Oppassen. Met de neus in de lucht rijden we zo de gracht in.
Na de lunch maken we een omweg want we willen Ciudad Encantada bezoeken. Dit is een natuurpark waar erosie allerlei figuren heeft geboetseerd in de kalksteenrotsen. Schepen, olifanten, beren, ... met want fantasie zie je hier veel. 

Daarna rest ons nog 20 kilometer naar Ceunca. Dit is een schitterende stad. Het oude deel ligt hoog op een kam en het nieuwe beneden aan de rivier. Hier, in de parador nemen wij een dagje rust. 
Nee, geen fiets op zondagvoormiddag.

vrijdag 24 juni 2016

Veel afwisselend moois.

We starten de dag zonder ontbijt op een melk en fruit drankje, een yoghurt en een koekje na. Want dertig kilometer verder, in Teruel willen we uitgebreid genieten. Eerst moeten we nog een heuvelrug overwinnen. Als we om kwart na zeven uur vertrekken is het nog fris, op het randje van koud. Een tweede bewijs dat we in de bergen zijn, treffen we iets verder. Steenbokken vluchten weg. Fietsers zijn ze hier niet gewoon. Eenmaal over de bergpas mag het voor twintig kilometer bergaf. Het landschap is onmiddelijk anders. Het ruwe Maestrazgo ruimt plaats voor glooiende graanvelden. Leeuweriken moedigen ons aan.

Met dertig kilometer op de teller komen we aan in Teruel. Dit is een heel gezellig stadje waar we de Moorse kunst voor het eerst treffen. Zoals gezegd, nemen we hier ruim de tijd voor een ontbijt op een terrasje. Heerlijk. We bekijken uiteraard ook al het moois dat hier te zien is.  In plaats van alles te beschrijven wat we gezien hebben stuur ik jullie naar onderstaande website. Die geeft een goede impressie.
http://sciencehoek.nl/bezienswaardigheden/spanje/teruel-verleidelijke-mudejar-stad/

Na Teruel rijden we door de velden, steeds lichtjes bergop. Het goudgeel van de graanvelden is overwegend. Dan komen we aan de Sierra de Albarracin. We moeten nu stevig klimmen op een smal wegje maar oh wat een pracht. Knal rode rotsen torenen hoog boven het naaldbos. De rotsen lijken als stukjes paddestoelen op mekaar gestapeld. Wie ooit in Zion National Park in Nevada is geweest kan zich de kleur voorstellen. Het is indrukwekkend.

Uiteindelijk komen we na een flinke afdaling aan het stadje Albarracin. Weer zo'n parel. De stad ligt hoog op een bergflank, langs een kant veilig voor indringers vanwege een kloof. Langs de andere kant staat als het ware een Chineese muur. De huizen zijn in hout en leem opgetrokken omdat dat gemakkelijker de heuvel op kon. 

Na twee uur rust staat ons nog 18 kilometer te wachten. Weerom krijgen we wat anders voor geschoteld. We rijden door een kloof die in het begin net breed genoeg is voor een weg en een beekje. De wanden torenen hoog boven ons uit. Was dat een gier daarboven? Net voor het einde van de rit komen we nog bij een mooie waterval voorbij. Ons hotelletje ligt in een klein bergdorpje. Rust alom.

donderdag 23 juni 2016

Naar het dak van Maestrazgo

Wind raast in de oren. Hij giert langs riempjes van de camelback en kabels van de fiets. Kilometerpaaltjes flitsen voorbij. Moeiteloos tien kilometer overbruggen. Zalig, zo stevig bergaf. Om daar toe te komen moeten we eerst lang bergop rijden. De dag begint met een korte maar hevige afdaling om uit Morella weg te komen. We rijden dan in de vallei op een brede weg tot de gps ons links laat afslaan. Deze weg zullen we niet meer verlaten voor de volgende 80km. Het klimt eerst zachtjes. Oh ja. Gisteren vergeten vermelden dat we hier in het land van de varkenskwekers zijn. Geurige stallen alom. In de winkels in Morella geen gebrek aan ham, salami en ander worst. Kaas is hier voornamelijk van schaap of geit. Maar de culinaire parel zijn truffels. Schapenkaas met zwarte truffel bij de picknick. Hm.
Het ging dus bergop. Een eerste dorp, Mirambel is heel mooi en rustig, noem het bijna verlaten. Wat verder ligt Cantavieja dominant op een heuvelrug, als een adelaarsnest over de vallei uitkijkend. Indrukwekkend.

 Nog zijn we niet boven. Er volgen nog 10km klimmen aan gemiddeld 8%. We rijden hier door Maestrazgo, het ruwe Spanje. Het berglandschap is inderdaad heel ruw, rotsige kammen en richels wisselen af met kloven met uitgedroogde beekjes. Als we bijna boven zijn verandert dit in een meer weids alpine landschap vol bloemen. En daar staat het bord van de eerste col, 1657m. 

In de namiddag rijden we verder door de berglandschap. Er volgen nog drie bergpassen waarvan de hoogste exact op 1700m ligt. Onderweg passeren we nog een paar pitoreske dorpjes. Uiteindelijk gaat het bergaf tot Cedrillas, een eenvoudig dorpje met een klein probleempje. Het dorp zit zonder water. Hopelijk wordt dit nog vandaag opgelost.
Op de teller vandaag, 103km, 1800 meters op en 1500m afwaarts.

woensdag 22 juni 2016

Een dag bergop

Fruitplukkers zitten op het marktplein te wachten om opgehaald te worden. De zon schijnt al volop maar Jannetje maan zit er ook nog. Ons decor deze ochtend bestaat uit een vallei met fruitplantages, meestal nectarines, af en toe kersen. We beginnen licht te klimmen en hogerop ruimen de fruitbomen plaats voor olijfbomen. Goed 26 kilometer na de start komen we aan een Via Verde. In Walonië noemen ze dat een Ravel. Het is dus een afgedankte spoorweg waar nu een fietspad op loopt. Maar in de Ardennen is er geen enkele zo mooi. 

Hoe verder we rijden, hoe indrukwekkender het wordt. We rijden door minstens twintig tunnels en over verschillende viaducten. Er is één constante. Het gaat steeds lichtjes bergop. Een veertig kilometer lang. Uiteindelijk komen we in Valderrobres, een klein maar heel mooi middeleeuws stadje. Tijd voor de lunch en een picknick. 

Op het programma deze namiddag staat nog meer klimmen, veel en voor een groot stuk ook behoorlijk steil. Het berglandschap is schitterend. Op een bepaalde plaats lijkt het wel of we door de Ardeche rijden. Een riviertje kronkelt zich als een slang door een ruwe rotsige kloof. Aan de klim lijkt geen eind te komen. De weinige keren dat het niet steil bergop gaat, blaast de wind stevig in ons nadeel. Uiteindelijk zijn we toch boven.
Totaal van de dag, 1905 hogetemeters bergop en 1000 af. Afstand, 114km.
Rest ons nog twaalf kilometer dalen tot Morella.
Weerom zo'n middeleeuwse parel, op een heuvel, helemaal ommuurd, met hoog boven het centrum nog een burcht. Net voor we binnenrijden treffen we een stuk viaduct. De hoofdpoort in de ommuring is impossant. Binnen de muren is het gezelligheid troef. We bezoeken nog snel de basiliek, een gotisch gebouw met een heel mooi koor midden in de kerk. Het hoofdaltaar is al goud wat blinkt al vinden we de overdadige barok te veel tussen de eenvoudigere gotiek. Wij slapen in het paleis van de kardinaal, nu een mooi hotel. Slaap zacht.

dinsdag 21 juni 2016

Schitterend klooster en magistrale bergen

Ze hebben ons verwend in het hotelletje, Fonda Cal Blasi. We wisten al hoe de Italianen bruschetta klaarmaken. Nu weten we ook wat de versie in Catalonië is. Je roostert een snee brood. Strijk er een teentje look over tot er niets over blijft. Doe hetzelfde met twee helften van een kleine tomaat. Daarna leg je er dunne sneetjes perfect gerijpte geitenkaas op. Daarop gaan reepjes geroosterde rode pepers en courgette. Klaar. Heerlijk. Deze morgen bij het ontbijt al evenveel lekkers, allemaal vers van het huis. Het was een stevig ontbijt voor slechts tien kilometer tot Poblet. 

Hier vinden we één van de vier oorspronkelijke Cistercenzer kloosters. Het is een prachtig, groots complex dat nog steeds helemaal aan eigen behoeften kan voldoen. We zijn er om kwart na negen maar het gaat pas om tier uur open en de rondleiding start pas om half elf. Na het uitgebreide bezoek vertrekken we pas tegen de middag.
Het gaat onmiddellijk bergop, eerst rustig, daarna vrij stevig en lang. Glooiende, groene bergen strekken zich rond ons uit. Hoe hoger we klimmen, hoe ruwer ze worden. De hemel is blauw met hier en daar een kudde schapenwolkjes. Eenmaal boven worden we ruimschoots beloond voor onze inspanning. 

We rijden kilometers lang op de bergkam. Rechts strekken zich zachtere heuvels uit met erachter een weidse vlakte. Links schittert een heel ruw gebergte als een cayon onder ons. Het is nog indrukwekkender dan het toch al schitterende Poblet. Uiteindelijk dalen we af in die cayon. Het kan niet op. De weg is perfect en er zijn nauwelijks auto's. Heerlijk snoeven door de bochten. Dan, nog even een kilometer of vijf bergop en dan weer dan dat heerlijks bergaf in een schitterend decor. In een verlaten dorpje vinden we een bankje onder wat bomen voor een rustige picknick. We moeten krachten op doen want er wacht ons nog een stevige klim, in de warmte. Het kwik is zonet over de dertig gegaan. Ons boekje met de route blijkt een fout te bevatten. De klim is drie kilometer langer dan wat staat opgegeven. Geen nood, boven vinden we toch een bar die open is. Wat volgt is als in een droom. Twintig kilometer bergaf op een smal wegje. Het asfalt is nieuw, zonder een enkele put of bobbel. De bochten zijn perfect aangelegd. Remmen hoeft hier nauwelijks.
De laatste vijf kilometer gaan over een drukkere weg tot we in Mora d'Ebre aankomen. 
We hebben vandaag toch weeral 1295 meter geklomen en in totaal 97kilometer gereden.
De Ebre is een brede rivier. Mora is een stadje zonder meer. We worden heel vriendelijk ontvangen in  het hotel. Gisteren waren hier blijkbaar vijf fietsende Belgen. Zouden we ze nog inhalen?

maandag 20 juni 2016

De graanschuur

Opstaan met de zon die door het raam naar binnen valt. Het beloofd een aangename 27 graden te worden. We delen het ontbijt met een hele groep Duitse toeristen. Zij blijven vandaag nabij het klooster. Wij vertrekken terug, op naar Montblanc. We moeten daarvoor eerst rond de berg waar Montserrat op ligt. Dat gaat afwisselend op en af. Links van ons schitteren de hoge rotsen. Rechts ligt de vallei een heel pak onder ons. In de verte zien we de Pyreneëen liggen. Sommige toppen zijn nog wit besneewd. Uiteindelijk mogen we toch vlot naar beneden bollen, de vallei in. Verrassing, onze GPS gids ons de autostrade op. Hevig protest achter mij. Maar zo erg is het niet. Een afrit ligt vlakbij en na tweehonderd meter staan we al op een brug over de snelweg. Hier, onder de berg zijn we tussen de graanvelden terecht gekomen. Door het heuvelend karakter van de streek zijn het kleine velden die door bosjes en rotsen zijn onderbroken. Het goudgele van het graan contrasteert mooi met het groen. 

En weerom gaat het bergop. Een klim van gemiddeld 7% over 15 kilometer brengt ons boven op een plateau. Onderweg wisselen lekker geurend naaldbos en vergezichten elkaar af. Op het plateau gaat het wisselend op en af en de wind staat recht op de neus, gelukkig is het slechts 2 à 3 beaufort. We stoppen voor de lunch in het stadje Sant Coloma de Queralt. Op de Plaça Major is het markt. We nemen er plaats op een bankje, kopen verse kersen en genieten van de gezellige drukte. Voor Els een cola en voor Werner een espresso en we kunnen er weer tegen. Nog tien kilometer over het plateau en dan mogen we voor twintig kilometer bergaf over de zuidflank. Plots verschijnen hier wijngaarden. Dit is cava-land. Ieder dorpje heeft zijn wijnboer of cooperatieve. Hm.
We eindigen de dag in Montblanc, een pittoresk middeleeuws stadje. Via een eeuwenoude brug en een stadpoort rijden we de nauwe straatjes in. We worden hartelijk ontvangen in een kleine hotel dat wordt uitgebaat door een oud koppeltje en krijgen er de beste kamer met terras. Het stadje is uniek omdat het nog helemaal is ommuurd met vele torens en stadspoorten. We wandelen er langs alle kanten door. 

De paar musea bezoeken zal vandaag niet lukken want het is maandag. De terrasjes op Plaça Major zijn wel open. Een capuccino in de zon, meer moet dat niet zijn. Benieuwd naar wat la madonna voor ons zal klaar maken. De heer des huizes beloofd dat alles vers zal klaargemaakt worden, slow food.

zondag 19 juni 2016

Naar hogere sferen

Vlaanderen, zondagmorgen. Overal te velde verzamelen wielerclubs voor hun zondagse training. Martorell, Spanje, acht uur 's morgens,  het zelfde fenomeen. Op pleintjes en hoekjes verzamelen mannen in kleurijke wieleruitrusting met lichte racefietsen. Daarmee vergeleken lijkt die van ons een vrachtwagen. Een stalen frame van 17kg en er nog eens 20 kilo bagage op. Ze rijden ons vlot voorbij maar allemaal groeten ze en moedigen ze ons aan. We rijden eerst nog op grote baan maar die verlaten we snel om met de klim te starten. Jawel, vandaag gaat het bergop. Anders raak je niet in Montserrat. We maken echter bewust een omweg om eerst nog een heuvel over te rijden. We hadden dit traject gevonden op een blog van een Nederlandse fietser. Een Hollander die bergop kan rijden want af en toe zit het hier toch boven de 15%. Bijna heel de klim zitten we op het eerste blad. Na twee uur staan we boven. Na klimmen komt dalen. Nu voelen we snel dat het nog fris is en ons jasje moet terug aan. Het is heerlijk dalen op een rustig, mooi wegje. De natuur rondom is al even mooi. Knal rode rotsen contrasteren met fel groen van bomen en cipressen. Aan de voet van de berg Monserrat rijden we een het dorpje Monastril de Monsterrat door. Van daaruit is het negen kilometer klimmen tot aan het klooster. Het was een goede beslissing om dat jasje terug uit te doen want het gaat stevig bergop. Af en toe willen we kleiner schakelen maar dat gaat niet meer. De aanmoedigen van andere fietsers blijven komen. Eentje komt bewonderend naast Els rijden en begint een babbeltje. 

Twintig na twaalf, met 53 kilometer op de teller hebben we ook 1423 hoogtemeters geklommen en een 800-tal meters gedaald. Dat kan tellen. Genoeg gereden voor vandaag. Deze namiddag bezoeken we net zoals vele toeristen de basiliek en zijn zwarte madonna. We nemen dan een funicular een paar honderden meters de berg op en maken daar een wandeling van een uur of twee. De bergen hier zijn sierlijk grillig. De rotsen van composietsteen zijn door de natuurelementen geboetseerd in allerlei ronde vormen. Ze zijn blijkbaar een paradijs voor klimmers. Terug beneden aan het klooster bezoeken we nog een kleine maar vermeldenswaardig kunstmuseum. Monet, Dali, Picasso, werkt van vele grote schilders gangt hier aan de muren. In de basiliek krijgen we nog een stukje klassieke muziek te horen. De kwaliteit is uitstekend ook al zijn alle muziekanten van het orkest tieners.
Buiten wordt het ondertussen fris. We trekken ons terug in het hotel naast het klooster voor een douche, wat rust en een paella. Morgen fietsen we naar het middeleeuwse Montblanc. Er staan 85km op het programma. Voor ons mag het zelfde weer op het programma staan. Zonnig, net boven de 20 graden.

zaterdag 18 juni 2016

Vlotjes vertrokken

De zoveelste staking gisteren op de luchthaven in Zaventem maakte het even spannend. We vroegen ons al af hoe vlot onze fiets mee zou gaan op het vliegtuig. Nu was de vraag of onze bagage uberhaut wel mee zou gaan. Het liep echter wonderwel gesmeerd. Op Zaventem mochten we aan de balie van business class inchecken waardoor we niet in de wachtrij moesten. In Barcelona kwam onze bagage netjes van de band gerold en de fietsen lagen al aan de band van de buitenmaatse stukken. Plots viel er een hoop stress van onze schouders. We hebben in alle rust de fiets terug gemonteerd, even de handen gewassen en hop de fiets op. 

De enige autoweg voerde ons recht naar de snelweg. Geen goed idee. Even terug en een taxichaffeur aangesproken. Midden op parking G begint een fietstunnel. Borden erheen staan er niet. Je moet het maar weten. Dat fietspad voert ons helemaal rond de luchthaven. De Spanjaarden verrassen ons. Zonder problemen komen we in de rivierdelta die ons richting de bergen voert. Ook daarin volgen we lang een fiets- en wandelpad. We rijden zo lang in de natuur met de drukte van de voorsteden van Barcelona nabij maar zonder ons te storen. De laatste vijftien kilometer moeten we wel op een weg rijden maar de valt best mee. De Spaanse chauffeur zijn verrassend hoffelijk. Ze stoppen allemaal netjes als we de baan over moeten. Na 41km bereiken we Martorell, een klein stadje met opvallend veel parkjes en speelpleintjes. Hier gaan we vroeg onder we wol want om half vier opstaan is toch wel beestig vroeg.
Nogmaals dank aan Jos om ons naar de luchthaven te voeren.

vrijdag 10 juni 2016

Inpakken.

Hoe neem je een fiets mee in het vliegtuig? Wel, nadat je een ticket hebt geboekt als passagier moet je met je reserveringscode bellen naar de vliegtuigmaatschappij en de fiets apart reserveren. Het kost 50€ per vlucht om de stalen ros mee te nemen. Daarna moet je de fiets goed inpakken. Pedalen eraf halen. Alle gevoelige delen verpakken in noppenplastiek. Het voorwiel gaat eruit en de banden plat zodat ze in de lucht niet ontploffen. Tussen de twee benen van het voorvork gaat een hulpstukje om te vermijden dat die vervrongen worden. Daarna gaat alles in een doos die we bij de fietsenmaker kregen. Volgende uitdaging. Twee van die dozen naar de luchthaven krijgen. Daarvoor doen we beroep op een kennis met een Vito. Bedankt Jos.

Op trainingskamp

De tocht door Spanje zal allesbehalve vlak zijn. Daarom moeten we wat heuveltraining doen. Het Hemelvaartweekend was daarvoor een uitgelezen gelegenheid. Een hotelje in de buurt van Durbuy was onze uitvalsbasis voor drie dagen fietsen. En ging het bergop? Ja hoor. 1300 hoogte meters op donderdag, 1800meter op vrijdag, een stevige wandeling op zaterdag en nog eens 1900 meters op zondag. Die laatste dag reden we de Sean Kelly route vanuit de Baraque Fraiture. In Stavelot wachtte ons de zwaartste klim met 19% . Stampen! Boven stond een gedenkplaat ter ere van Eddy Merckx. Wat een troost. 

De weergoden waren ons gunstig gezind. Lag er het weekend ervoor nog sneeuw in de Ardennen, dan werden we nu getrakteerd op een zomerse 26 graden. Op het einde van dit lange weekend waren we moe maar voldaan.
Spanje, here we come.