woensdag 29 juni 2016

De Sierra de Alcaraz.

Om zeven uur ontbijten was in ons truckerhotel geen enkel probleem. Maar het was wel povertjes. Genoeg om ons weg op de via verde verder te zetten tot aan Alcaraz 15km verder. Daar loopt de via verde ten einde. Er zijn plannen om die door te trekken tot Reolid maar het geld ontbreekt. Alcaraz lijkt weer een van die oude stadjes tot je op het hoofdplein aankomt. Je wordt zo terug de geschiedenis in gebracht. Op een hoek staat een puur Gotische kerk met een parkje ervoor. Aan drie andere zijden van de rechthoek staat een beursgebouw in Renaissance stijl. Het is uitzonderlijk om drie dergelijke gebouwen op een plein te vinden. Met een koffiekoek en een brood kunnen we verder.

We hebben vandaag keuze uit twee varianten om verder te rijden. We nemen de korste variant vooral omdat die een bergpas minder telt. Eerst moeten we nog 10km op een baan maar daarna mogen we een kleinere weg in en beginnen aan 18km klimmen.  We rijden nu recht de Sierra de Alcaraz in. Het berglandschap is heel mooi en de klim valt best mee.  Op de lagere delen staan veel olijfbomen maar hogerop is dat enkel nog naaldwoud. Helemaal boven de boomgrens steken scherpe rotswanden uit. Het asfalt is weerom splinternieuw. Geen steentje op de weg. Zalig voor die 10km aan 10% afdalen naar Riopar. Dat is een stadje waar we de lunch nuttigen. Typisch aan de dorpen in deze buurt is dat ze allemaal een laan met grote platanen hebhen. Die zorgen voor een perfect afdak tegen de zon. 

Iets verder zien we een splinternieuw gebouw van de plaatselijke natuurvereniging. We denken dat het een bezoekerscentrum is en stoppen. Het blijkt enkel een kantoortje en auditorium te zijn van het plaatselijke Natuurpunt. De man die er is spreekt wat Engels en toont ons het gebouw, een maquette van de Sierra en wat opgezette vogels waaronder de Wielewaal. We denken die een paar dagen eerder gezien te hebben. De man overtuigt ons om drie kilometer omweg te maken.
Dat extra brengt ons in een schitterende bergdecor. Eerder deze week zagen we de bron van de taag. Het was niet meer dan een gat in de grond. Hier, uit een honderden meters hoge rotswand ontspringt de Rio Mundo en stort zich onmiddellijk 100 meter naar beneden. Het was de omweg waard. 

Daarna rijden we verder door dit prachtige landschap, een beetje op en een beetje af. Langs vele olijfbomen. Naast ons ontwikkelt zich een onweder maar er zal niets uitvallen. Zelfs geen storm in een glas water.
We eindigen in Orcera, een stadje dat doods lijkt bij onze aankomst. Het is nog siƫsta. We hebben 106 kilometer gereden.
En ja, nog vermeldenswaard, we zijn in Andalusiƫ aangekomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten